Concrete tips voor het werken met zzp’ers in de sport
Arnhem, 16 april 2025
Is er sprake van een zzp’er of is het toch schijnzelfstandigheid? Vanaf 1 januari 2025 wordt er strenger gecontroleerd of arbeidsrelaties tussen opdrachtgevers en zzp’ers voldoen aan de Wet DBA. Een belangrijke ontwikkeling voor de ondernemende sportsector, omdat hier veel zzp’ers in werken. Met deze concrete tips, van advocaat arbeidsrecht en sportrecht Babs Dubois-Van Kleef, ga je na of je voldoet aan de Wet DBA.

Tips voor werken met zzp’ers
1. Er bestaat geen helder ja-of nee-antwoord of iemand daadwerkelijk een zelfstandige is.
Het is namelijk een zogeheten ‘holistische’ toets op basis van verschillende omstandigheden (Hoge Raad, Deliveroo-arrest). Het betreft een beoordeling van de gehele situatie, en niet alleen van de losse onderdelen. Dit betekent dat alle feiten en omstandigheden van belang zijn bij het bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Alles moet in onderling verband worden beoordeeld, dus niet één enkel feit of één enkele omstandigheid is beslissend.
2. Maak tot en met september 2029 gebruik van de voor sport beschikbare modelovereenkomst.
Op de website van Werkgevers in de Sport (WOS) vind je onder het kopje ‘Overeenkomsten van opdracht (ZZP)’ specifieke modelovereenkomsten voor het werken met zzp’ers in de sport, met aanvullende toelichting bij de verschillende overeenkomsten .
Let bij het gebruik hiervan wel op dat:
- de geel gearceerde tekst in de modelovereenkomst ongewijzigd moet worden opgenomen in de overeenkomst;
- het gebruik van het model geen absolute garantie geeft: er moet ook feitelijk gewerkt worden zoals in de opdrachtovereenkomst staat opgenomen.
3. Vraag jezelf per opdrachtovereenkomst af hoe deze zich verhoudt ten opzichte van deze 9 criteria:
In het onder punt 1 genoemde Deliveroo-arrest oordeelde de Hoge Raad dat er bij die beoordeling onder andere onderstaande 9 criteria van belang kunnen zijn. Ook de Belastingdienst maakt gebruik van dezelfde criteria:
- de aard en duur van de werkzaamheden;
- de manier waarop de werkzaamheden en werktijden zijn bepaald;
- de mate waarin de werkzaamheden én de opdrachtnemer onderdeel zijn van de organisatie van de opdrachtgever;
- wel of geen verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
- de manier waarop afspraken tot stand zijn gekomen;
- de manier waarop de beloning is bepaald en wordt uitbetaald;
- de hoogte van de beloning;
- de mate waarin de opdrachtnemer bij de opdracht commercieel risico loopt;
- de mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld: wat doet de opdrachtnemer om opdrachten en een goede naam te krijgen, hoe behandelt de Belastingdienst de opdrachtnemer, wat is het aantal opdrachtgevers en hoelang werkt de opdrachtnemer meestal voor een opdrachtgever?
4. Let op deze voorwaarden om gevolg te geven aan een ‘echte’ opdrachtovereenkomst:
Ongeacht de benaming van de overeenkomst of het gebruik van de modelovereenkomst moeten partijen feitelijk gevolg geven aan een ‘echte’ opdrachtovereenkomst. Let er bij het aangaan van de opdracht met name op of:
- de opdrachtnemer ook andere opdrachten heeft;
- deze de vrijheid heeft om de eigen werktijden te bepalen;
- de opdrachtnemer economisch gezien risico loopt bij een slechte uitvoering van de opdracht;
- de opdrachtnemer onderhandelingsruimte heeft gehad ten tijde van het aangaan van de overeenkomst (bijvoorbeeld over de hoogte van het salaris of andere voorwaarden);
- de opdracht organisatorisch is ingebed in de werkzaamheden of dat het een incidentele werkzaamheid betreft.
5. Is er aan één voorwaarde niet voldaan? Geen paniek.
Ook indien aan één van de voorwaarden niet voldaan is, hoeft dat niet gelijk te betekenen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Zie tip 1: het blijft immers een holistische toets.
6. Een tussen-bv is geen oplossing om de Wet DBA te omzeilen.
Het gebruikmaken van een tussen-bv (een bv waarbinnen geen activiteiten plaatsvinden) lijkt geen oplossing om de Wet DBA te omzeilen: de Belastingdienst kijkt hier als het ware doorheen. Een tussen-bv kan worden gebruikt om het te laten lijken alsof de zzp’er niet rechtstreeks als werknemer voor de opdrachtgever werkt, maar via de tussen-bv.
7. Bij twijfel over een bestaande opdracht: ga in gesprek met de opdrachtnemer over een andere vormgeving van de opdracht.
Ga bij twijfel over een bestaande opdracht altijd in gesprek met de opdrachtnemer en kijk of je een andere vorm aan de opdracht kunt geven.
Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.